Tijd voor visie en samenwerking in de politiek


Als de politiek besluit om (hybride) warmtepompen per 2030 verplicht te stellen, om daar vervolgens op terug te komen en de verplichting weer te laten vallen, dan leidt dat tot chagrijn bij ondernemers. Terecht. Politieke stabiliteit is een van de belangrijkste voorwaarden om iets te bereiken.

Als je als ondernemer net hebt geïnvesteerd in een fabriek om warmtepompen te gaan maken, dan kom je bedrogen uit als de eerder aangekondigde verplichting vervalt. Dan is de markt plotseling een stuk kleiner dan je dacht. Door zulke wispelturigheid daalt het vertrouwen in de politiek, vervluchtigt de investeringsbereidheid, vertraagt de energietransitie en raken klimaatdoelen buiten bereik.

Dit soort wispelturigheid staat niet op zichzelf. Het is tekenend voor een bredere politieke instabiliteit, waarin visie ontbreekt en beleid grillig is.

Vicieuze cirkel van onopgeloste problemen

Door de opmars van anti-democratische populisten is de politieke stabiliteit aan ernstige erosie onderhevig. Daarom was ik blij toen ik vorige week las over het initiatief rond voormalig VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff, die een democratisch front wil vormen tegen de anti-democratische partijen. De politiek kampt volgens Dijkhoff met een vicieuze cirkel waarin kiezers geen inspirerend verhaal meer te horen krijgen, grote problemen onopgelost blijven en politici vooral met zichzelf en elkaar bezig zijn.

Voor mij een herkenbaar verhaal. De spijker op zijn kop zelfs. Ik snak naar politici die een grootse visie uitdragen, het debat aangaan, compromissen sluiten en zo tot gedragen en effectief beleid komen. Dat is nodig, want de energietransitie is een enorme verbouwing van Nederland. Ik heb genoeg van de politici die maar uit één vaatje lijken te kunnen tappen. Voor de een is kernenergie de ultieme oplossing, terwijl de ander steevast zegt dat we eerst maar eens werk moeten maken van energiebesparing. Aan stokpaardjes geen gebrek.

Samenwerking en compromissen essentieel

Een langetermijnvisie is ook belangrijk, omdat energie- en klimaatbeleid nauw samenhangt met andere urgente vraagstukken, zoals schaarse stikstofruimte, krapte op de arbeidsmarkt en het slechte vestigingsklimaat. Dat vraagt om politici die verder kijken dan de waan van de dag. Om weer effectief beleid te voeren en bedrijven te laten investeren in schone energie en duurzaamheid, is een politiek front nodig dat afstand neemt van de schreeuwerige populistische politiek, die de wind in de zeilen heeft. Nederland heeft over de volle politieke breedte een wervende visie nodig, consistent beleid en politieke stabiliteit.

Hoewel ik zelf geen typische VVD-stemmer ben, sprak het verhaal van Dijkhoff cum suis me aan, juist omdat we samenwerking nodig hebben. Op de website van ‘Voor ons Nederland’, zoals de actiegroep heet, hebben zich inmiddels ruim 15.000 betalende supporters aangemeld. Of dat veel is weet ik niet, maar de weerstand tegen het initiatief verbaasde me. Okay, de naam doet wellicht wat nationalistisch aan, maar het gaat om de ideeën toch?

Nieuwe visie voor de grootste uitdagingen

Politieke duiders en opinieleiders beschuldigen Dijkhoff – kort samengevat – van het ‘witwassen’ van VVD-beleid. Ik begrijp dat verwijt niet zo goed. Dijkhoff vertrok volgens mij uit de politiek omdat hij genoeg had van het Haagse gedoe. Zijn visiedocument in 2020 over een socialer liberalisme kreeg weinig weerklank binnen de VVD. Premier Mark Rutte moest niets hebben van ‘visie’. Rutte was ook een meester in het schipperen, maar zijn gebrek aan visie bleek uiteindelijk een zwakte in tijden waarin grote transities vroegen om koersvast leiderschap. Wees blij dat er nu liberalen zijn die een koerswijziging willen.

Het primaat om een nieuwe visie voor Nederland te schetsen, waar energie- en klimaatbeleid een belangrijk onderdeel van is, is aan de politiek. Zolang de verschillen tussen partijen uitvergroot blijven worden, is er sprake van politiek met een kleine ‘p’. Helaas is ‘inclusiviteit’ een verdacht woord geworden, maar waarom eigenlijk? Het komt in de praktijk gewoon neer op ‘samenwerking’, ofwel ‘coalitievorming’, een concept dat in Nederland sowieso noodzakelijk is om een kabinet te kunnen vormen. Inclusiviteit is een hol begrip als een uitgestoken hand van een democratische actiegroep wordt buitengesloten op niet-inhoudelijke gronden.

Dus mijn oproep is simpel aan alle partijen die écht vooruit willen: sla nou de handen ineen. Want wat is het alternatief?

Lees ook andere columns van Roy op het veld:



Source link

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *